Een pup in huis

Binnenkort ga je een pup ophalen. Wat kun je doen als voorbereiding?

Allereerst moet je nadenken over hoe je de pup gaat ophalen? Heb je een kartonnen doos met handdoek of reisbench? Als er meerdere familieleden zijn, ga je met elkaar overleggen over de naam van de pup? Ook moet je bedenken wat  een veilige slaapplek voor de pup is en wat je daarvoor alvast kunt aanschaffen? Wie gaat de hond uitlaten en verzorgen?  Wat gaat hij eten en waaruit kan hij eten en drinken? Heb je al een plaats bedacht waar dit voer en water kan staan? Weet je of ken je een dierenarts?  En heb je al nagedacht over een puppycursus?

Komt de pup in een gezin met ouders en kinderen? Dan is degene die de pup verzorgt  één van de ouders. Kinderen mogen alleen onder begeleiding van een ouder met de pup lopen. 

De KCWF wil je graag adviseren en helpen bij de opvoeding van je nieuwe huisgenoot en daarom hebben we hier alvast wat tips.

VEILIG
Zorg voor een bench of een ruimte achter een hekwerk, de zogenaamde puppyren met een slaapplaats. Dan  kan de pup rustig slapen en geen dingen vernielen als je even geen tijd hebt om op te letten. Ook het zindelijk worden heb je dan beter onder controle. Een pup bevuilt in principe niet zijn slaapplaats.  Stop de bench niet weg in een hoekje.  Zoek een plek in de kamer waarbij het voor de pup overzichtelijk is.  Is de pup erg onrustig in de bench dan kan het helpen de bench gedeeltelijk af te dekken met een deken. Is de bench nog iets te groot, dan kun je deze verkleinen door er een mandje of oude handdoek in te leggen.

Voor de pup is het fijn dat hij wat speeltjes heeft waar hij in mag bijten en mee mag rond sjouwen, deze moeten wel  veilig zijn voor zijn scherpe tandjes.

SPANNEND
Dan is er de dag dat je de pup ophaalt. Met de fokker heb je een tijdstip afgesproken; probeer om dat in de ochtend te doen, zodat de pup tijd heeft om te wennen aan zijn plekje en de nieuwe omgeving. De fokker geeft je een voedingslijst mee en hoe de pup verzorgd moet worden. Meestal krijg je  ook wat voer voor de komende dagen mee. Vaak geeft de fokker een doekje of speeltje uit het nest mee voor de nestgeur. Deze leg je in de bench of in zijn mandje in de puppyren.

Als de pup met je mee naar huis gaat is dit een stressvolle situatie voor de pup. De pup heeft dan goede ondersteuning nodig om een relatie en vertrouwen met je op te bouwen. Het is belangrijk om de pup zoveel mogelijk zelf ervaringen op te laten doen met de vertrouwde mensen achter hem. Voor iedereen is het spannend hoe de pup zich zal gedragen, maar laat hem even rustig rond scharrelen. Als de pup wil gaan slapen leg je hem op zijn plekje. Dus in de bench of in de puppyren. Als de pup wakker wordt, pak je hem op en zet je hem buiten neer om zijn behoefte te doen. Een pup doet zijn behoefte nadat hij heeft geslapen, nadat hij heeft gespeeld en nadat hij heeft gegeten. Als je je hier strikt aan houdt, zal hij snel door hebben dat hij naar buiten moet voor zijn behoeften. Natuurlijk zullen er ongelukjes zijn. Als de pup zijn behoefte in huis heeft gedaan, ga dan evengoed met hem naar buiten. Ruim de boel op buiten het zicht van de pup, zodat het opruimen niet een spelletje wordt waarbij hij in de dweil kan gaan bijten.

DE NACHTEN
De eerste nachten kan je de pup naast je bed laten slapen in een bench.  De pup is nog jong en kan als hij alleen ligt wat piepen. Hij wil aandacht en misschien moet je er  ’s nachts nog met hem uit. Hij moet leren om alleen te slapen. Overdag leg je hem regelmatig op zijn slaapplek als hij wil gaan slapen. Zodra de pup op zijn slaapplek ligt, wordt hij met rust gelaten; ook door de kinderen. Hierdoor wordt deze plek een veilige en rustige plek.  

Breng regelmaat in het eten geven, uitlaten en slapen. Een pup heeft veel slaap nodig, ongeveer 18 tot 20 uur per dag. Dit heeft de pup nodig om te groeien maar ook om alle prikkels te verwerken . Als hij oververmoeid wordt, gaat hij bijten, blaffen en rennen. Dat is dus geen behoefte om dan nog een keer te worden uitgelaten of om te spelen. Leg hem op zijn plekje met iets om op te kauwen en hij zal rustig worden.

ALLEEN
Laat de pup de eerste weken zo min mogelijk alleen. Laat hem ook langzaam wennen aan het alleen zijn. Als de hond goed gewend is aan het gezin en aan het alleen zijn, zal hij niet gaan blaffen of piepen als je weg bent.

VOORZICHTIG
Niet om je bang te maken maar wel om je te waarschuwen: het is belangrijk om met een jonge pup drukke uitlaatplaatsen en zieke dieren te mijden. Als de pup nog niet volledig is gevaccineerd is het mogelijk een virale ziekte op te lopen. Niet iedere hond vindt kennis maken met een pup leuk.

VACCINATIES
Tijdens de eerste weken van de pup krijgt de pup antistoffen via de moedermelk. De weerstand verdwijnt tussen de 9 en 15 weken. De meeste pups krijgen hun eerste vaccinatie wanneer ze 6 weken oud zijn  bij de fokker. Deze vaccinatie beschermt tegen de ziektes die door het Parvo- en Hondenziektevirus wordt veroorzaakt. Bij het ophalen van de hond krijg je van de fokker het paspoort van de hond mee. Hierin staan de vaccinaties die hij gehad heeft vermeld. Sommige fokkers laten pups titeren. Meestal staat dit in het paspoort vermeld. Het paspoort moet je goed bewaren want je hebt het iedere keer nodig bij de dierenarts en bij de club waar je gaat trainen. Wij adviseren om binnen 10 dagen dat de pup bij je in huis is een afspraak te maken bij de dierenarts. Ook als er niets aan de hand is. Zo went de pup aan de dierenarts en kijkt de dierenarts je pup even na.  Na de eerste inenting worden pups nog tweemaal ingeënt: op de leeftijd van 9 weken en van 12 weken.  Hiervoor maak je een afspraak bij de dierenarts van jouw keuze. Na de laatste vaccinatie is de pup volledig en langdurig tegen deze virale ziektes beschermd. Hierna krijg je van je dierenarts een oproep voor de jaarlijkse of tweejaarlijkse herhaling van de vaccinatie.  Ga je op vakantie naar het buitenland dan gelden voor pups bijzondere regels.  Ook heb je vaak extra vaccinaties nodig dit kun je allemaal vragen aan je dierenarts.

PUPPEN OP LES
Bij de KCWF worden alleen honden toegelaten die gevaccineerd zijn. Pups kunnen het beste beginnen met de puppycursus als ze 8 tot en met 12 weken oud zijn. Als de pup de eerste enting gehad heeft, kun je met de puppycursus (Basis 1) beginnen. Natuurlijk moet er wel daarna op 9 en 12 weken geënt worden.  Is je hond 8 weken oud en heeft hij/zij de eerste vaccinatie gehad dan kan de pup aan de training deelnemen.

Bij de start van elke cursus bij de KCWF controleert de instructeur in het paspoort van de pup of de hond gevaccineerd  is; een titerverklaring van de dierenarts voldoet ook.

DE CURSUS START BIJNA
Waarschijnlijk ga je pas na een paar weken naar de cursus. Wat je dan alvast thuis kunt trainen, is het luisteren naar zijn naam. Je begint met een aantal beloningsbrokjes. Dit kan gewoon zijn voer zijn dat je dan vermindert op zijn dagelijkse hoeveelheid. Als de pup naar je toeloopt, noem je zijn naam een aantal keren en geef je het brokje. Dan probeer je zijn naam te noemen als hij van je afloopt. Als hij dan omkijkt, krijg hij het brokje. Dus bij naam en omkijken meteen een brokje geven.

Dan ga je de afstand wat vergroten, zodat hij het brokje moet komen halen. Begin met 1 of 2 stappen en vergroot dan per dag de afstand. Op een afstand van 5 stappen kan je ook “ naam en hier”  zeggen, waarbij hij het brokje kan komen halen en zo ook het woordje “ hier” aanleert.

Spelen met je pup is ook leuk om te doen. Je kunt kiezen uit het sjorren aan een speeltje of het weggooien en terug brengen. Dit laatste spelen is leuk voor kinderen. Als de pup het speeltje los moet laten, ga er dan niet aan trekken, want dat bevordert het stevig vasthouden bij de pup. Beter is om het speeltje vast te houden zonder dat je er aan trekt en dan een brokje bij de neus van de pup te houden. Op het moment dat de pup het speeltje los laat,zeg je “ los “ en geef je het brokje. Zo wordt ‘los’ beloond met een brokje. Dit kan je toepassen bij alles wat een pup oppakt en niet mag hebben. Doe het spelletje niet te vaak achter elkaar: (ongeveer drie á vier keer) om te voorkomen dat de pup overprikkeld raakt.

Het lopen aan de lijn buiten gaat in het begin niet erg vlot. De pup zal regelmatig stilstaan en zelfs gaan zitten en om zich heen kijken. Ga niet aan de lijn trekken, maar wacht even en lok hem mee met een brokje of een speeltje. Loop voordat je een rondje gaat lopen eerst naar een plek dichtbij huis om de pup een plas of poep te laten doen en ga dan pas verder lopen. Op de terugweg ook weer even naar dat plekje. Dan heb je kans dat de pup als hij het is  vergeten om het onderweg te doen het hier doet. En niet het in huis doet op het moment dat je binnen komt. Het is voor een pup erg spannend om zijn geur ver van zijn plek achter te laten. Dat komt vanzelf goed naarmate hij ouder wordt.

De KCWF wenst je heel veel  geduld en plezier met het opgroeien van jullie pup!

 CHECKLIST, HEB JE EEN?

  • Bench (met een matje of oude handdoek erin)
  • Mandje
  • Speeltjes bestemd voor pups (scherpe tandjes)
  • Verstelbaar halsbandje
  • Riem met een lengte van 1,5 tot 2 meter ( geen flexibele uittrekbare)
  • Voer voor een pup (vraag na bij de fokker welk voer de pup  heeft gehad )
  • Voerbak en waterbak
  • Dierenarts
  • Ingeschreven voor een puppycursus